spelregels notenschieten
Zoals genoteerd door Marjolijn Zwerver!
1 Inleg per deelnemer per ronde is o,50 euro; de deelnemers leggen bij aanvang van een ronde de inleg op een plek naar keuze naast de notenrij.
2 Vanaf de meet wordt beurtelings met een kogel naar de noten gegooid. De kunst is om de achterste noten te raken.
Worden een of meer van de achterste noten eraf geschoten dan is dat winst voor de gooier. Dat heeft dun. De noten en eventueel bijgelegd geld mogen worden behouden.
Worden echter de voorste noten of noten tussenin van de lijn gegooid dan is dat verlies. Dat heet dik.
Worden zowel de achterste nnten (een of meer) en middelste of voorste eraf gegooid, dan scoort men dik en dun. De speler heeft winst noch verlies.
In geval van een blindganger kan de speler kiezen voor een herkansing; wordt in dat geval echter dik gegooid, moet de speler dubbel bijleggen en mag zich niet laten scheren.
3 Degene die dik schiet moet die noten weer terugzetten en moet per dikgeschoten noot 5 eurocent bijleggen. Het geld dat naast de dikgeschoten noten ligt moet ook bijbetaald worden. Het geld kan naar eigen keuze op een plek naast de notenrij worden gelegd.
4 Voor wie het te veel wordt (te veel dik gegooid) kan zich laten “scheren”. Er hoeft dan niets betaald te worden en de speler doet het lopende spel niet meer mee.
Zo’n drie meter na de plek van waaraf men mag gooien ligt de eerste walnoot. Er is ongeveer drie centimeter tussen de noten.
voorste noten achterste noten
000000000000000000000000000
000000000000000000000…….. (dun).
………..00000000000000000000 (dik)
…….00000000000000….00……. (dik en dun)
Geplaatst in Algemeen nieuws